-
1 overvoeren
-
2 saturer
-
3 soûler
-
4 overstock with
overstock withovervoeren met/van -
5 overstock
v. te grote voorraad hebbenoverstockII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 een te grote voorraad aanhouden/opslaan van♦voorbeelden:1 overstock with • overvoeren met/van -
6 glut
n. overvloed; overschot; overvoering--------v. (over)verzadigen; overladen; overvoeren (de markt)glut1[ glut] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————glut2〈werkwoord; glutted〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Teufel — (s. ⇨ Teixel). 1. A mol muess ma m Teuffel uff de Wedel treta. – Birlinger, 1036. 2. All, wat de Düwel nich lesen kann (will), dat sleit he vörbi (oder: sleit he äwer). – Frommann, II, 389, 123; Eichwald, 346; Goldschmidt, 57; Kern, 1430. 3. Als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon